Budgetten kunnen aan elkaar gerelateerd worden via een ouder-kind relatie. Boekingen (facturen) kunnen geïnd worden hetzij bij de ouder - tenminste indien het ouder-budget als een reëel budget werd gedefinieerd - hetzij bij het kind. Door budgetten op een dergeljke wijze aan elkaar te relateren, worden de bedragen (verplichtingen, boekingen) zoals ze genoteerd staan bij de kind-budgetten getotaliseerd ter hoogte van het ouder budget. De hiërarchische structuur kan indien gewenst meer dan twee niveaus bevatten (bv. grootouder - ouder - kind).
Een budget kan verschillende budgetstanden hebben. Bij de bestelling van materialen wordt een budgetstand gekozen. Hoe budgetten in budgetstanden worden onderverdeeld varieert van instelling tot instelling en wordt vastgelegd in de functie Aanwinsten - Beheersfuncties - Instellingsgebonden beheer aanwinsten
Een voorbeeld van een indeling in budgetstanden is: