De Vlaamse schrijver Hubert Lampo (1920-2006) werd geboren op 1 september 1920 in de Antwerpse wijk Het Kiel. Hij wordt vooral herinnerd als één van de boegbeelden van het magisch-realisme, een stroming die zich kenmerkt door het gebruik van paranormale verschijnselen en gebeurtenissen.
Hubert Lampo debuteerde in 1943 met de novelle
Don Juan en de laatste nimf. Zijn bekendste boek is de roman
De komst van Joachim Stiller uit 1960, waarvan tientallen drukken verschenen. Het boek werd in 1976 verfilmd door Harry Kümel. Andere belangrijke romans zijn
De heks en de archeoloog,
De prins van Magonia,
Hermione betrapt en
De eerste sneeuw van het jaar. In 1963 kreeg hij de Driejaarlijkse Staatsprijs voor literatuur voor
De komst van Joachim Stiller.
Lampo had een passie voor mythologie en fantastische verhalen. Hij schreef daarover talrijke essays, die onder meer gebundeld werden in De zwanen van Stonehenge (1972) en De neus van Cleopatra(1975).
Naast het schrijven van romans en verhalen hield hij zich ook bezig met het vertalen van voornamelijk Franstalige literatuur (Françoise Sagan, Jean Anouilh, Jean Ray,). Beroepshalve was hij hoofdinspecteur van de openbare bibliotheken.
Opvallend aan deze collectie zijn de talrijke werken over archeologie, bovennatuurlijke fenomenen, psychologie, mythologie en godsdienst. Onderwerpen als Atlantis, de Heilige Graal, UFOs en Stonehenge komen ruimschoots aan bod. Behalve vele boeken van en over Nederlandstalige collega-schrijvers treft men ook een indrukwekkend aantal Franstalige en Engelstalige romans aan. Zijn reismicrobe manifesteert zich in diverse reisgidsen en folders over plaatselijke bezienswaardigheden.