1871 (Ca. datum), Antwerpen [België]
De Officina Plantiniana, in 1555 opgericht door Christoffel Plantijn (circa 1520 - 1589), is in de zestiende eeuw een van de voornaamste drukkerijen van Europa en een belangrijk centrum van humanisme en wetenschap. De voorspoed van het bedrijf steunt evenwel in de eerste plaats op de productie van liturgische uitgaven voor de Spaanse markt. In 1571 verwerft Plantijn van Filips II een lucratief druk- en verkoopsmonopolie voor missalen en brevieren, met ongekende afzetmogelijkheden in Spanje en de bijhorende kolonies. Wanneer Jan I Moretus (1543 - 1610) in 1589 het bedrijf overneemt, slaagt hij erin de privileges op zijn naam te krijgen. Na hem zetten vele generaties de zaak verder tot in 1866. In 1576 brengt Plantijn de Officina vanuit de Kammenstraat over naar de Vrijdagmarkt, waar ze voor altijd gevestigd zal blijven. Het eerst nog bescheiden pand groeit uit tot een indrukwekkend complex van luxueuze patriciërswoning en industriële werkplaats. In 1583 zet Plantijn in een tweede vestiging op, die vanaf 1586 wordt geleid door zijn schoonzoon en tot in 1589 één bedrijf vormt met de Antwerpse vestiging.
De Officina blijft een winstgevend bedrijf tot in 1765, wanneer de Spaanse koning het contract over de liturgische productie voor Spanje opzegt. Eerder uit familiale trots dan uit economische noodzaak zetten de au::106910sen de zaak verder tot omstreeks 1871. Op 20 april 1876 verkoopt Edward Moretus (1804 - 1880) het Plantijnse huis met complete inboedel aan de stad , die het als museum voor het publiek openstelt.