2. OPAC - Handleiding voor de layout-verantwoordelijke
Auteur |
|
Aanmaak |
6 mei 2002 |
Aangepast door |
|
Aangepast op |
22 sept 2005 |
Oud BVV nr |
2022 |
2.1. Abstract
De opbouw van een OPAC is de taak van de daartoe aangestelde layout-verantwoordelijke. Dit document is een leidraad bij de te volgen stappen en verklaart bovendien een aantal achterliggende mechanismen en fundamentele begrippen.
2.2. Algemene begrippen
- Schermelementen
Dit zijn bouwstenen (= Schermelementen) van een scherm die meestal deel uitmaken van algemenere Functionele elementen en derhalve niet als dusdanig op een scherm kunnen geplaatst worden. Het beste voorbeeld is een
button
, waarvan wel afzonderlijk de layout kan bepaald worden, maar die in het kader van eenbuttongroup
op het scherm moet geplaatst worden.- Functionele elementen
Van Functionele elementen kan de layout bepaald worden en bovendien kan het als dusdanig op een scherm gepositioneerd worden. Een voorbeeld is een
buttongroup
, waarvan de samenstellende elementen (buttons
) door de software bepaald worden.- Vrije elementen
Een vrij element heeft dezelfde functionaliteit als een functioneel element, maar kan door de layout-verantwoordelijke zelf ontworpen worden. Het bestaat uit een blok tekst of een afbeelding, al of niet (gedeeltelijk) gekoppeld aan een link.
- Layouthints
De layout-verantwoordelijke heeft niet alle layout in eigen handen. Zo worden het formaat van een korte beschrijving en de algemene opbouw van een volledige beschrijving, softwarematig bepaald aan de hand van layouthints. Is voor een bepaalde OPAC een totaal nieuwe opbouw van een volledige beschrijving nodig, dan moet de software-ontwikkelaar een nieuwe layouthint ontwikkelen en implementeren.
- Schermen
De schermen van een OPAC worden opgebouwd met een combinatie van html-elementen, Functionele elementen en Vrije elementen. De software zet, aan de hand van haar meta-informatie, elk meta-element om in html-code, zodat elke browser het scherm kan tekenen.
- Inhoudscodes
Inhoudscodes horen bij de definitie van een bepaalde index en komen overeen met identificaties die de OPAC-software gebruikt om gegevens in volledige beschrijvingen, zoekbomen en extra informatie schermen te linken aan de juiste index of indexprefix. Op die manier kan de software weten dat, bij klikken op bvb. een auteursnaam in een volledige beschrijving, in de auteursindex of auteursprefix moet gezocht worden.
- Zoekbomen
Zoekbomen zijn constructies die opgebouwd worden vanuit de authority codes. In de meta-informatie moet een startcode aangeduid worden en de nodige restricties waaraan codes wel of niet mogen voldoen.
- Zoekfilters
Zoekfilters zijn een middel om een zoekresultaat te reduceren. Elke filter is een beperkte set van termen voor een bepaalde index, bijvoorbeeld een aantal talen. Ze worden best gedefinieerd door iemand met kennis van de indexen, omdat
ofwel, voor elke optie van de filter een index-hoofdvorm moet opgegeven worden,
ofwel, de opties dynamisch moeten berekend worden (bijvoorbeeld voorkeurinstellingen).
- Links
Links worden getoond op het scherm met extra informatie. Ze kunnen onderverdeeld worden in
linkcategorieën
.
- Tabs
Tabs zijn onderverdelingen van de opac. In de meta-informatie moet ingevuld worden welke actie en welk scherm moet opgestart worden.
- Exportformaten
Beschrijvingen in een
bewaarlijst
kunnen op meerdere manieren geëxporteerd worden.
2.3. Algemene meta-gegevens
- Identificatie
Dit is de code waaronder deze OPAC gekend is. Ze zal overal in de software gebruikt worden om naar deze OPAC te verwijzen (menu-ingang, definiëring van een desktop-service,...).
- Bestanden
- Upload van een bestand
Bestand wordt geïnstalleerd in de desktop-service en web omgeving. Indien het een gezipt bestand betreft, worden alle componenten geïnstalleerd. In de web omgeving wordt automatisch een zipbestand met alle geüploade files aangemaakt.
- Downloaden van het zipbestand
Dit bevat alle geüploade files en wordt automatisch aangemaakt.
- Archiveren van het zipbestand
Kan gebruikt worden voor het bewaren van een bepaalde versie van de files.
- Omschrijving
Een louter informatieve verwoording van de OPAC (inhoud, doelgroep, ...)
- Zoekomgeving
Voor OPAC's die met M-indexen werken moet een zoekomgeving ingevuld worden.
Indexen
Bij elke zoekomgeving is een reeks indexen vastgelegd. De volgorde van deze indexen kan gewijzigd worden. Wordt voor een bepaalde index geen volgnummer ingevuld, dan wordt deze niet in de OPAC getoond.
Layout-sets
Voor gegevens die vanuit een bepaalde index ontsloten worden, kunnen een aantal layout-kenmerken bepaald worden in zogenaamde
sets
. Een index waarvoor geen specifieke set gedefinieerd wordt, gebruikt de default set.
Aantal karakters verwante vormen Bij het browsen in de index worden in de linkerkolom verwante zoekvormen getoond. De grootte van die kolom kan hier vastgelegd worden. 0 of blanco betekent dat die kolom niet getoond wordt.
Aantal karakters hoofdvormen Bij het overzicht van korte beschrijvingen worden in de linkerkolom index-hoofdvormen getoond. De grootte van die kolom kan hier vastgelegd worden. 0 of blanco betekent dat die kolom niet getoond wordt.
Aantal items per scherm Het aantal lijnen, zowel in index-browse-scherm, als in het scherm met korte beschrijvingen.
= verwijzing Indien de gevonden indexterm een authority code is, dan kan deze getoond worden in de vorm
index-hoofdvorm = verwoording authority code
, of in de vormverwoording authority code
.Index browsing De gevonden indexingangen kunnen op 4 verschillende manieren getoond worden:
toon altijd de indextermen
Klikken op zo'n term brengt de gebruiker altijd in het scherm met de korte beschrijvingen, ook als die term slechts naar 1 beschrijving verwijst.
toon altijd de indextermen
Klikken op een term die slechts naar 1 beschrijving verwijst, brengt de gebruiker rechtstreeks in de volledige beschrijving.
toon nooit indextermen, altijd korte beschrijvingen
mengvorm
Toon indextermen indien ze verwijzen naar meer dan 1 beschrijving, korte beschrijving indien slechts 1 beschrijving aan de indexterm verbonden is.Doorklikken Bij het doorklikken vanuit extra informatie of vanuit zoekbomen (
Werken van, Werken over,...
) kan gekozen worden of men terecht komt in het indexscherm (browsing) of rechtstreeks bij de korte beschrijvingen van de werken in kwestie.
2.3.1. Algemeen
- Werk met browsersessie
Zoekhistoriek en bewaarlijst blijven raadpleegbaar tot browser wordt afgesloten.
- Omgeving
Linken naar andere databanken zijn mogelijk niet toegankelijk voor alle instellingen die een OPAC gebruiken. Die toegang wordt geregeld door meta-informatie rond
omgevingen
die als toegangscode in de catalografische beschrijving wordt ingevoerd en waarmee dus ook in de OPAC moet rekening gehouden worden.- Taal
Zoals overal in Brocade, staan de verwoordingen volledig los van de software. Voor zover vertalingen gebeurd zijn, kan de OPAC dus in verschillende talen gebruikt worden. Aangewezen is dit in een generieke URL te specificeren:
https://anet.be/opac/<opacid>/N
https://anet.be/opac/<desktopid>/<opacid>/E
- Verwoordingen
Hier kunnen alternatieve verwoordingen van de labels in de volledige beschrijving ingegeven worden.
CSS:
een aparte stylesheet voor de OPAC De naam van de
css-file
dient ingevuld en via een upload geïnstalleerd te worden. Een framework voor een css-file,sjabloon.css
, is beschikbaar in het project/opac/meta
. Daarin staan alle in de OPAC gebruikte class-namen opgesomd en verklaard.de stylesheet van de desktop gebruiken De nodige opac-class-namen moeten dan natuurlijk in de desktop-stylesheet ingebracht worden.
- Layouthints
Keuze uit een vastgelegde reeks layouthints voor korte en volledige beschrijvingen.
- Hulpschermen
Hulpboodschappen kunnen op 2 manieren getoond worden:
inline de boodschap verschijnt bovenaan hetzelfde scherm.
in een nieuw venster waarvan de grootte in pixels kan vastgelegd worden.
- Displaysystemen
Zowel korte als volledige beschrijving kunnen opgebouwd worden met behulp van een displaysysteem. Dit overrulet layouthints.
- Scherm met extra informatie
Vanuit een volledige beschrijving kan doorgeklikt worden naar een scherm met extra informatie over bvb. een auteur. Volgende gegevens kunnen hier vastgelegd worden:
de grootte in pixels van dit nieuwe venster
indien het onderwerp van de extra informatie een authority code is, dan worden diens relaties getoond waarop dan weer verder kan geklikt worden. Welke relaties wel/niet getoond moeten worden kan bepaald worden aan de hand van authority type en/of authority lidmaatschap waaraan de relaties al of niet moeten voldoen.
- Zoekbomen
De meta-informatie van zoekbomen wordt elders (Zie Zoekbomen) beheerd, maar hier wordt opgesomd welke zoekbomen in deze OPAC gebruikt worden. De identificaties van de zoekbomen moeten gescheiden worden door ";".
Links naar de opgegeven zoekbomen worden door de software zichtbaar gemaakt via het functioneel layout-element
subjectcataloguelink
.Ook het maximum aantal relaties per scherm van een element van de zoekboom kan hier vastgelegd worden.
- Reduceren
De reduceer-knop
buttonreduce
verschijnt in het scherm met korte beschrijvingen indien dit minstens een hier in te vullen aantal termen bevat.- M-indexen
Klikken op
buttonreduce
brengt de gebruiker naar het scherm voor geavanceerde inputadvancedsearch
, dat kan aangevuld worden met een aantal zoekfilters. De identificaties van de zoekfilters moeten gescheiden worden door ";".De presentatie van de filters gebeurt door het functioneel layout-element
searchfilter
.- Lucene indexen
Klikken op
buttonreduce
brengt de gebruiker terug naar het invulscherm waar verdere specificaties kunnen ingevuld worden.
- Bewaarlijsten
Zoekresultaten kunnen bewaard worden in een bewaarlijst. De inhoud van die lijst wordt altijd in een apart venster getoond, waarvan de grootte in pixels hier kan vastgelegd worden.
De layout van zo'n lijst wordt bepaald door de layouthints. Standaard is dit layouthint
savelist
. Indien dit om één of andere reden voor een bepaalde OPAC niet voldoet, moet overlegd worden met het ontwikkelteam voor eventuele ontwikkeling van een nieuwe layouthint.Verzending per e-mail vraagt een aantal extra gegevens:
welk e-mail adres moet als verzender gebruikt worden?
welk e-mail adres moet eventueel in de
Reply-to
header ingevuld worden?wat moet in de
Subject
header ingevuld worden?een eventueel in te voegen begeleidende tekst?
- Zoekhistoriek
Het maximum aantal zoekacties dat in de zoekhistoriek mag getoond worden. Indien 0 of blanco, wordt de historiekknop nooit getoond.
2.3.2. c-LOI
- Inhoudsveld volledige beschrijving
Hoe een illustratie of een abstract getoond wordt, is een combinatie van parameters in de catalografische beschrijving, en hier in te vullen gegevens.
Illustratie
Wordt inline getoond indien als dusdanig aangegeven in de catalografische beschrijving, en indien een eventueel opgegeven grootte van de illustratie, de hier ingegeven maximale grootte niet overschrijdt.
Abstract
Indien de lokalisatie
Tekst
is, geldt dezelfde redenering als bij een illustratie.Illustraties of abstracts die niet aan de inline-voorwaarden voldoen, evenals alle url-lokalisaties, worden in een nieuw venster getoond. De grootte van dit venster in pixels kan hier gedefinieerd worden.
- Te tonen onderwerpstypes
Opsomming van de authority types waaraan te tonen onderwerpscodes moeten voldoen (gescheiden door ;). Een
*
betekent dat alle types mogen getoond worden.- OpenURL COinS
Hier kan aangeduid worden of zgn. Coins in de page source moeten opgenomen worden. Dit laat bvb. reference managers toe gemakkelijk meta-gegevens te verzamelen.
- Plaatskenmerken
Adresgegevens instelling
Bij de meta-informatie van instellingen worden de lidmaatschappen van een instelling bepaald. Bij elk lidmaatschap hoort een adrestype. Aan de hand hiervan wordt voor elk lidmaatschap van een instelling een html-file gemaakt met adres- en persoonsgegevens.
Vanuit de volledige beschrijving kan doorgeklikt worden naar adresgegevens van een instelling. Het hier in te vullen lidmaatschap bepaalt welke adres-html-file getoond wordt.
Tweede scherm met leeninfo uitschakelen
Door deze optie aan te checken wordt verhinderd dat men op het plaatskenmerk kan doorklikken naar een tweede scherm met leengegevens.
Secundaire instellingen
Bij de meta-informatie van het werkstation (Zie Omringende meta-informatie) wordt bepaald welke instellingen in welke volgorde als primaire instellingen beschouwd worden. Deze worden met hun plaatskenmerkgegevens op het eerste scherm van de volledige beschrijving getoond.
Alle niet-primaire instellingen zijn secundaire instellingen en deze worden ofwel behandeld als primaire instellingen, ofwel enkel opgesomd op het eerste scherm en volledig getoond op een tweede scherm van de volledige beschrijving.
Warning
Indien de optie
Tweede scherm met leeninfo uitschakelen
is aangevinkt, kan er niet naar een tweede scherm worden doorgeklikt!Exemplaarannotatie
Er kan geopteerd worden om deze annotatie nooit te tonen.
Lenersnaam
3 mogelijkheden
nooit een lenersnaam tonen
enkel de interne identificatie (
e-loi
) tonennaam en interne identificatie tonen
Verwoording instellingen
Moet de volledige naam van de instellingen getoond worden of enkel de acroniemen.
2.4. Schermen
Schermen worden gedefinieerd in mt:opacscreen. Daarin kan o.a. vastgelegd worden of een scherm als startscherm kan fungeren, wat zich reflecteert in de opac meta-informatie, en of in dit scherm de tabreeks van de opac moet getoond worden.
In de opac meta-informatie zelf moet voor elk scherm en bijhorend hulpscherm, de layout ingevuld worden via een combinatie van standaard html-tags en <layout>
meta-tags. Een <layout>
tag heeft volgende syntax:
<layout id="*layout-element-id*\ " [grouping="span \| div"] [toggle=*lgcode*]>
waarbij layout-element-id
de naam is van Functionele elementen of Vrije elementen.
Elke <layout>
tag wordt door de software met een html span
tag omgeven, tenzij de facultatieve grouping
parameter div
specificeert.
Indien het attribuut toggle
meegegeven wordt, wordt boven het element de klikbare verwoording van lgcode
geplaatst, waarmee het element zichtbaar of onzichtbaar kan gemaakt worden. In de OPAC-code kan dit beïnvloed worden door FDtoggle("elementnaam")
.
2.5. Schermelementen
Zie mt:opacelems.
2.5.1. Knoppen
Een knop maakt altijd deel uit van een functioneel element (Zie Functionele elementen) in de buttongroup
reeks.
In de opac meta-informatie kan een knop vastgelegd worden als:
- Standaard
Dit is de standaard button zoals getekend door de browser. In de taalafhankelijke verwoording kan tekst ingevuld worden die in de knop moet verschijnen.
- Tekst
De tekst die in de taalafhankelijke verwoording wordt ingevuld, wordt gepresenteerd als een clickable link.
Image
Identificatie |
Buttongroup |
Omschrijving |
---|---|---|
|
buttongroupgeneral |
Start een zoekactie |
|
buttongroupgeneral |
Zowel in het scherm met indextermen als bij de korte beschrijvingen, kunnen lijnen geselecteerd worden. Deze knop gaat enkel met de geselecteerde items verder. |
|
buttongroupgeneral |
Selectie ongedaan maken |
|
buttongroupgeneral |
Alle lijnen selecteren (enkel bij korte beschrijvingen) |
|
buttongroupgeneral |
Schrap de geselecteerde lijnen uit de bewaarlijst. |
|
buttongroupgeneral |
Bewaar alle gevonden beschrijvingen in de bewaarlijst. Verschijnt in scherm |
|
buttongroupgeneral |
Bewaar de geselecteerde beschrijvingen in de bewaarlijst. Verschijnt in scherm |
|
buttongroupgeneral |
Bewaar de getoonde beschrijving in de bewaarlijst. Verschijnt in scherm |
|
buttongroupgeneral |
Enkel gebruikt in de bewaarlijst om de geselecteerde actie te starten. |
|
buttongroupgeneral |
Reduceerknop. Verschijnt in het scherm met korte beschrijvingen als het minimum aantal beschrijvingen bereikt is (Zie Reduceren). |
|
buttongroupgeneralnavigation |
Ga naar de zoekhistoriek |
|
buttongroupgeneralnavigation |
Ga 1 scherm terug. Deze knop loopt gelijk met de |
|
buttongroupgeneralnavigation |
Ga terug naar het startscherm. |
|
buttongroupgeneralnavigation |
Ga naar scherm |
|
buttongroupapplicationnavigation |
Indien een scherm met korte beschrijvingen of een volledige beschrijving, het resultaat is van een voorafgaandelijke actie in het indexscherm, dan kan met deze knop teruggesprongen worden naar dit indexscherm. |
|
buttongroupapplicationnavigation |
Indien een scherm met een volledige beschrijving het resultaat is van een voorafgaandelijke actie in een scherm met korte beschrijvingen , dan kan met deze knop teruggesprongen worden naar die korte beschrijvingen. |
|
buttongroupapplicationnavigation |
Wordt enkel getoond op het tweede scherm van een volledige beschrijving teneinde terug te keren naar het eerste scherm. Heeft op die plaats dus dezelfde functionaliteit als de |
|
buttongroupapplicationnavigation |
Wordt enkel getoond bij het overzicht van de delen van een reeks en wordt gebruikt om de lijst te laten starten vanaf een bepaald deel. |
|
buttongroupapplicationnavigation |
Wordt gebruikt om deelapplicaties zoals bewaarlijst, zoekhistoriek, te verlaten. |
|
buttongroupapplicationnavigation |
Vooruit bladeren in de lijst met indextermen, korte beschrijvingen of volledige beschrijvingen. |
|
buttongroupapplicationnavigation |
Achteruit bladeren in de lijst met indextermen, korte beschrijvingen of volledige beschrijvingen. |
|
buttongroupapplicationnavigation |
Ga terug naar de zoekboom van waaruit het indexscherm of het scherm met korte beschrijvingen werd opgestart. |
|
buttongrouphelp |
De enige knop in |
|
buttongrouplanguage |
De enige knop in |
|
Knop in volledige beschrijving voor link naar scherm met extra informatie. |
Behoort niet tot een buttongroup omdat hij ook niet door de layout-verantwoordelijke op het scherm kan geplaatst worden. De positie ervan wordt bepaald door de layouthint van de volledige beschrijving. |
2.5.2. Headers
Dit zijn titels allerhande waarvan enkel de verwoording in handen is van de layout-verantwoordelijke. Die verwoording kan vanzelfsprekend ook blanco zijn.
Identificatie |
Omschrijving |
---|---|
|
Titel bij de opsomming van de lijst met andere databanken in het scherm met extra informatie. |
|
Titel bij de opsomming van de lijst met bredere termen in het scherm met extra informatie. |
|
Titel bij de opsomming van de lijst met meer gedetailleerde termen in het scherm met extra informatie. |
|
Titel bij de opsomming van de lijst met gerelateerde termen in het scherm met extra informatie. |
|
Titel bij de opsomming van de lijst met mogelijke zoekvormen in het scherm met extra informatie (vb. werken van..., werken over ...) |
2.6. Functionele elementen
Zie mt:opacelemf.
2.6.2. Schermheaders
Voor elk scherm is een functioneel element voorzien dat als hoofding kan gebruikt worden.
De layout van een header, vast te leggen in de opac meta-informatie, bestaat uit volgende elementen:
- Link
Een header kan (gedeeltelijk) clickable gemaakt worden, waarbij dan doorgelinkt wordt naar de hier vermelde url.
- Tekst of image
Een header kan gewoon als tekst ingevuld worden maar kan ook een afbeelding zijn.
- Taalafhankelijke verwoording
Tekst html-code is toegelaten. Indien een link voorzien is wordt deze standaard rond de volledige tekst gezet, maar er kan ook een gedeelte van de tekst voor de link afgelijnd worden door het te omsluiten met
<a>
en</a>
.Image de naam van de image-file dient ingevuld. De html-code wordt automatisch gegenereerd, eventueel met de gevraagde link.
Identificatie |
Omschrijving |
---|---|
|
Header scherm start (Zie Schermen) |
|
Header scherm advancedsearch (Zie Schermen) |
|
Header scherm extrainfo (Zie Schermen) |
|
Header scherm index (Zie Schermen) |
|
Header scherm shortdescription (Zie Schermen) |
|
Header scherm fulldescription (Zie Schermen) |
|
Header scherm history (Zie Schermen) |
|
Header scherm noinlinecontent (Zie Schermen) |
|
Header scherm subjecttree (Zie Schermen) |
|
Header scherm savelist (Zie Schermen) |
|
Header scherm savelistcontent (Zie Schermen) |
2.6.3. Invulvelden
Er zijn 2 gewone invulvelden, searchinput
en searchinputloi
. Voor beiden kan enkel de lengte aangegeven worden. Verder is er een invulblok advancedsearchinput
en advancedsearchinputexplorator
, bestaande uit een textarea, een indexkeuze, een operator-keuze (AND/NOT) en voor de laatste, een opsomming van mogelijke indexprefixen.
2.6.4. Titels
Een aantal opschriften of titeltjes bij inputvelden zijn reeds als functioneel element gedefinieerd. Bedenk wel dat men niet verplicht is deze te gebruiken, maar even goed een zelf gedefinieerd, vrij element kan invoegen. De meta-informatie van een titel bestaat uit volgende elementen:
- Link
Een titel kan (gedeeltelijk) clickable gemaakt worden, waarbij dan doorgelinkt wordt naar de hier vermelde url.
- Tekst of image
Een titel kan gewoon als tekst ingevuld worden maar kan ook een afbeelding zijn.
- Taalafhankelijke verwoording
Tekst html-code is toegelaten. Indien een link voorzien is wordt deze standaard rond de volledige tekst gezet, maar er kan ook een gedeelte van de tekst voor de link afgelijnd worden door het te omsluiten met
<a>
en</a>
.Image de naam van de image-file dient ingevuld. De html-code wordt automatisch gegenereerd, eventueel met de gevraagde link.
Identificatie |
Omschrijving |
|
Hoofding bij het invulblok voor geavanceerd zoeken. |
|
Hoofding bij de indexkeuze. |
|
Hoofding bij het invulveld van de zoekterm. |
|
Hoofding bij het invulveld voor het rechtstreeks zoeken van een record. |
|
Hoofding bij de zoekfilters. |
2.6.5. Links
Er zijn een aantal links naar andere schermen beschikbaar, zoals geavanceerd zoeken en zoekbomen. Deze kunnen als tekst of als image aangeboden worden. In het laatste geval moet de image-naam in de taalafhankelijke verwoording ingevuld worden. De links zijn ook optioneel. Zo is het sowieso mogelijk een OPAC aan te bieden zonder de mogelijkheden van geavanceerd zoeken, of de geavanceerde zoekblok kan bvb. direct op de startpagina geplaatst worden.
Identificatie |
Omschrijving |
|
Link naar scherm advancedsearch (Zie Schermen) |
|
Link naar scherm advancedsearchexplorator (Zie Schermen) |
|
Link naar scherm subjecttree (Zie Schermen) Er kunnen taalafhankelijke verwoordingen ingegeven worden die gecombineerd worden met de omschrijving van de gedefinieerde zoekbomen, zoals ingegeven in de meta-informatie van de zoekbomen (Zie Zoekbomen). Ook de scheidingstekens tussen de verschillende zoekboomlinks kunnen ingevuld worden. |
|
Link naar overzicht zoekbomen |
2.6.6. Datablock
Het datablock wordt wel vermeld bij de functionele elementen, maar kan niet rechtstreeks aangepast worden. Het moet in elk scherm ingevoegd worden op de plaats waar de schermafhankelijke data moeten geplaatst worden. In het geval van korte en volledige beschrijvingen, is de layout afhankelijk van de layouthint
of displaysysteem.
2.6.7. Andere
Identificatie |
Omschrijving |
|
De indexkeuze kan voorgesteld worden als een selectbox of als een lijst van radio-buttons. In het laatste geval kunnen ook voorafgaande en volgende codes ingevuld worden, bvb. <tr><td> indien elke index in een cel van een ta bel moet geplaatst worden. |
|
Een string die het aantal gevonden beschrijvingen samenvat. Hij is altijd van de vorm |
|
Groepeert de verschillende gedefinieerde zoekfilters (Zie Reduceren) waarvan elke optie wordt voorgesteld met een checkbox. De scheidingen tussen de opties en eventueel lengte van inputveld kan ingevuld worden. |
|
Verwoording die verschijnt in de vensterhoofding van de browser. |
2.7. Vrije elementen
Naast de vastgelegde, OPAC-overschrijdende, functionele elementen, kunnen ook OPAC-specifieke, zogenaamde vrije, elementen gedefinieerd worden. Dit kan gaan van woorden tot volledige paragrafen, met of zonder html-structuren, of afbeeldingen. Ze omvatten volgende parameters:
- Identificatie
Een code die bij invoeging van het element in een scherm moet gebruikt worden (
layout id=...
)- Omschrijving
Louter informatief
- Style class
Optionele benaming van de style class die in de stylesheet-file moet gebruikt worden voor vormgeving van dit element.
- Link
Een url waarnaar het volledige element of een deel van het element, moet verwijzen. In het eerste geval wordt het html-anchor rond het volledige element geplaatst, in het tweede geval, vanzelfsprekend enkel mogelijk bij tekst, moet dit deel afgelijnd worden met
<a>
en</a>
tags.- Tekst of Image
/
- Taalafhankelijke verwoording of naam van de afbeelding
/
2.8. Zoekbomen
Zoekbomen vallen onder de beheersfuncties van de authority controle. Volgende elementen kunnen ingevuld worden:
- Een identificatie
Deze wordt gebruikt voor het inbedden van een zoekboom in een OPAC.
- Taalafhankelijke verwoordingen
Deze worden in het functionele element
subjectcataloguelink
(Zie Links) gecombineerd met de aldaar ingevulde omschrijving.- Een startcode
Het eerste scherm van een zoekboom zijn alle meer gedetailleerde codes van de startcode, die aan de restricties voldoen.
- Een index
waarin de beschrijvingen moeten gezocht worden die een bepaalde code als onderwerp toegekend gekregen hebben.
- Restricties voor opname in de zoekboom
wel en/of niet voldoen aan een bepaald authority type?
wel en/of niet voldoen aan een bepaald authority lidmaatschap?
moet een code, die aan de voorwaarden van de zoekboom voldoet, maar waaraan geen beschrijvingen hangen, al of niet in de zoekboom opgenomen worden?
2.9. Inhoudscodes
Inhoudscodes kunnen niet zomaar aangemaakt worden vermits ook de OPAC software kennis moet hebben van deze codes. Definiëring ervan gebeurt dus altijd in samenspraak met de ontwikkelaars.
De verwoording ervan in de OPAC is geldig voor alle OPAC's, net zoals verwoordingen in Omringende meta-informatie.
2.10. Omringende meta-informatie
Een OPAC maakt niet alleen gebruik van zijn eigen meta-informatie. Ook allerhande gegevens rond beheer van catalografie, leen en acquisitie zijn van belang.
- Abstracttypes
Taalafhankelijke verwoordingen
- Annotatietypes
Moet dit type in de OPAC getoond worden?
Taalafhankelijke verwoordingen
- Auteurtypes
Moet dit type in de OPAC getoond worden?
Taalafhankelijke verwoordingen
- Authority scope notes
Taalafhankelijke verwoordingen
- Bibliografische nummers
Moet dit type in de OPAC getoond worden?
Taalafhankelijke verwoordingen
- Objectklassen
Taalafhankelijke verwoordingen
- Plaatskenmerken
Taalafhankelijke omschrijving
Taalafhankelijke omschrijving van leengegevens
Aanduiding van uitleenbaarheid
- Relatietypes
Taalafhankelijke verwoordingen van de relatie
Taalafhankelijke verwoordingen van de sorteercode
Verwoording in OPAC
- Samenvatting of opsomming
Naargelang de aard van de relatie worden de gerelateerde werk(en) best opgesomd (bvb. de overkoepelende reeks(en) van een deelwerk), of samengevat in de vorm
eerste werk
-laatste werk
(bvb. de delen van een reeks).- Patroon
Standaard is dit
<relatie>
. Indien een samenvatting, betekent dit de omschrijving van de samenvatting, anders de titel van het gerelateerde werk. Een tweede mogelijke tag van een patroon issorteercode
, dit is de verwoording van de sorteercode gevolgd door het volgnummer van de relatie. D.m.v.<a>
en</a>
kan aangeduid worden waar de link naar de relatie in kwestie moet gelegd worden:<a><relatie></a>; <sorteercode>
- Naar annotatie van type
Een relatie kan in de OPAC als een annotatie van een bepaald type getoond worden.
- Sigillum
Moet dit sigillum in de OPAC getoond worden?
Taalafhankelijke verwoordingen
- Titeltypes
Moet dit type in de OPAC getoond worden?
Taalafhankelijke verwoordingen
Beginnend prefix. In layouthint
default
worden titels van verschillende types in de volledige beschrijving achter mekaar gezet indien een prefix is ingevuld. Zoniet wordt de titel op een nieuwe lijn geplaatst.
- Types van instellingen
Taalafhankelijke verwoordingen
- Url types
Taalafhankelijke verwoordingen
- Visuele kenmerken
Visuele kenmerken worden in eerste instantie gedefinieerd via 'Beheersfuncties catalografie - Visuele kenmerken' en zijn voornamelijk bedoeld om de korte beschrijvingen in de OPAC of de zoekomgevingen, te markeren. Er kunnen html-codes ingegeven worden waartussen de korte beschrijving moet geplaatst worden of een geassocieerd pictogram. Zo is
catpk
het visueel kenmerk dat beschrijvingen van de eigen instelling kan markeren in een OPAC.Bij de meta-informatie van een zoekomgeving moet men opgeven welke visuele kenmerken hierin mogen getoond worden. Zo moet dus
catpk
ingevuld worden bij de zoekomgeving waaraan de OPAC gelinkt is.In het
Gebruikersbeheer
moet bij elke gebruiker ingevuld worden welke visuele kenmerken hij mag zien. Om verder te gaan met het voorbeeldcatpk
: vermits de OPAC voor de eindgebruiker opgestart wordt als een service, werkt deze altijd onder gebruikerdesktop
en moet bij gebruikerdesktop
duscatpk
ingevuld worden bij deToegelaten visuele types
.In de meta-informatie van een loi wordt vastgelegd wanneer een bepaald visueel kenmerk van toepassing is in een zoekomgeving van deze loi, nl. in de
Visuele kenmerken generator
. Dit is voor elke loi afzonderlijk een stukje software waarin beslissingsregels staan. Bvb. voor cat. beschrijvingen staat daar in dat indien het regelwerklvd
is en het lidmaatschapantilope
bevat, het visueel kenmerkcatantilope
moet getoond worden. Zie vorige puntje: enkel gebruikers die toelating hebben totcatantilope
krijgen het dus effectief ook te zien!Specifiek voor visueel kenmerk
catpk
en de OPAC, wordt in de visuele kenmerken generator van de c-loi (%Visual^bcawvisl
) volgende beslissingsregel gehanteerd:het werkstation van de huidige sessie wordt opgehaald
in de meta-informatie van dat werkstation wordt gekeken naar
Bibiliotheek die visueel kenmerk veroorzaakt
alle korte beschrijvingen van die bibliotheek worden uitgedost met het visueel kenmerk
catpk
- Werkstations
Bibliotheken die visueel kenmerk veroorzaken de layout van afzonderlijke korte beschrijvingen kan beïnvloed worden door deze optie . Op alle beschrijvingen die een plaatskenmerk in de ingevulde instelling hebben, wordt het visuele kenmerk
catpk
toegepast.Voorkeurbibliotheken in volgorde de hier ingevulde instellingen worden eerst getoond in het overzicht van de plaatskenmerken in een volledige beschrijving. Andere instellingen zijn zgn. secundaire instellingen en worden behandeld zoals elders (Zie Plaatskenmerken) in de meta-informatie bepaald.