2. OPAC - Handleiding voor de layout-verantwoordelijke

Auteur

Marc Jeurissen

Aanmaak

6 mei 2002

Aangepast door

Luc Bastiaenssen

Aangepast op

22 sept 2005

Oud BVV nr

2022

2.1. Abstract

De opbouw van een OPAC is de taak van de daartoe aangestelde layout-verantwoordelijke. Dit document is een leidraad bij de te volgen stappen en verklaart bovendien een aantal achterliggende mechanismen en fundamentele begrippen.

2.2. Algemene begrippen

Schermelementen

Dit zijn bouwstenen (= Schermelementen) van een scherm die meestal deel uitmaken van algemenere Functionele elementen en derhalve niet als dusdanig op een scherm kunnen geplaatst worden. Het beste voorbeeld is een button, waarvan wel afzonderlijk de layout kan bepaald worden, maar die in het kader van een buttongroup op het scherm moet geplaatst worden.

Functionele elementen

Van Functionele elementen kan de layout bepaald worden en bovendien kan het als dusdanig op een scherm gepositioneerd worden. Een voorbeeld is een buttongroup, waarvan de samenstellende elementen (buttons) door de software bepaald worden.

Vrije elementen

Een vrij element heeft dezelfde functionaliteit als een functioneel element, maar kan door de layout-verantwoordelijke zelf ontworpen worden. Het bestaat uit een blok tekst of een afbeelding, al of niet (gedeeltelijk) gekoppeld aan een link.

Layouthints

De layout-verantwoordelijke heeft niet alle layout in eigen handen. Zo worden het formaat van een korte beschrijving en de algemene opbouw van een volledige beschrijving, softwarematig bepaald aan de hand van layouthints. Is voor een bepaalde OPAC een totaal nieuwe opbouw van een volledige beschrijving nodig, dan moet de software-ontwikkelaar een nieuwe layouthint ontwikkelen en implementeren.

Schermen

De schermen van een OPAC worden opgebouwd met een combinatie van html-elementen, Functionele elementen en Vrije elementen. De software zet, aan de hand van haar meta-informatie, elk meta-element om in html-code, zodat elke browser het scherm kan tekenen.

Inhoudscodes

Inhoudscodes horen bij de definitie van een bepaalde index en komen overeen met identificaties die de OPAC-software gebruikt om gegevens in volledige beschrijvingen, zoekbomen en extra informatie schermen te linken aan de juiste index of indexprefix. Op die manier kan de software weten dat, bij klikken op bvb. een auteursnaam in een volledige beschrijving, in de auteursindex of auteursprefix moet gezocht worden.

Zoekbomen

Zoekbomen zijn constructies die opgebouwd worden vanuit de authority codes. In de meta-informatie moet een startcode aangeduid worden en de nodige restricties waaraan codes wel of niet mogen voldoen.

Zoekfilters

Zoekfilters zijn een middel om een zoekresultaat te reduceren. Elke filter is een beperkte set van termen voor een bepaalde index, bijvoorbeeld een aantal talen. Ze worden best gedefinieerd door iemand met kennis van de indexen, omdat

  • ofwel, voor elke optie van de filter een index-hoofdvorm moet opgegeven worden,

  • ofwel, de opties dynamisch moeten berekend worden (bijvoorbeeld voorkeurinstellingen).

Tabs

Tabs zijn onderverdelingen van de opac. In de meta-informatie moet ingevuld worden welke actie en welk scherm moet opgestart worden.

Exportformaten

Beschrijvingen in een bewaarlijst kunnen op meerdere manieren geëxporteerd worden.

2.3. Algemene meta-gegevens

Identificatie

Dit is de code waaronder deze OPAC gekend is. Ze zal overal in de software gebruikt worden om naar deze OPAC te verwijzen (menu-ingang, definiëring van een desktop-service,...).

Bestanden
  • Upload van een bestand

    Bestand wordt geïnstalleerd in de desktop-service en web omgeving. Indien het een gezipt bestand betreft, worden alle componenten geïnstalleerd. In de web omgeving wordt automatisch een zipbestand met alle geüploade files aangemaakt.

  • Downloaden van het zipbestand

    Dit bevat alle geüploade files en wordt automatisch aangemaakt.

  • Archiveren van het zipbestand

    Kan gebruikt worden voor het bewaren van een bepaalde versie van de files.

Omschrijving

Een louter informatieve verwoording van de OPAC (inhoud, doelgroep, ...)

Zoekomgeving

Voor OPAC's die met M-indexen werken moet een zoekomgeving ingevuld worden.

Indexen

Bij elke zoekomgeving is een reeks indexen vastgelegd. De volgorde van deze indexen kan gewijzigd worden. Wordt voor een bepaalde index geen volgnummer ingevuld, dan wordt deze niet in de OPAC getoond.

Layout-sets

Voor gegevens die vanuit een bepaalde index ontsloten worden, kunnen een aantal layout-kenmerken bepaald worden in zogenaamde sets. Een index waarvoor geen specifieke set gedefinieerd wordt, gebruikt de default set.

  • Aantal karakters verwante vormen Bij het browsen in de index worden in de linkerkolom verwante zoekvormen getoond. De grootte van die kolom kan hier vastgelegd worden. 0 of blanco betekent dat die kolom niet getoond wordt.

  • Aantal karakters hoofdvormen Bij het overzicht van korte beschrijvingen worden in de linkerkolom index-hoofdvormen getoond. De grootte van die kolom kan hier vastgelegd worden. 0 of blanco betekent dat die kolom niet getoond wordt.

  • Aantal items per scherm Het aantal lijnen, zowel in index-browse-scherm, als in het scherm met korte beschrijvingen.

  • = verwijzing Indien de gevonden indexterm een authority code is, dan kan deze getoond worden in de vorm index-hoofdvorm = verwoording authority code, of in de vorm verwoording authority code.

  • Index browsing De gevonden indexingangen kunnen op 4 verschillende manieren getoond worden:

    • toon altijd de indextermen Klikken op zo'n term brengt de gebruiker altijd in het scherm met de korte beschrijvingen, ook als die term slechts naar 1 beschrijving verwijst.

    • toon altijd de indextermen Klikken op een term die slechts naar 1 beschrijving verwijst, brengt de gebruiker rechtstreeks in de volledige beschrijving.

    • toon nooit indextermen, altijd korte beschrijvingen

    • mengvorm Toon indextermen indien ze verwijzen naar meer dan 1 beschrijving, korte beschrijving indien slechts 1 beschrijving aan de indexterm verbonden is.

  • Doorklikken Bij het doorklikken vanuit extra informatie of vanuit zoekbomen (Werken van, Werken over,...) kan gekozen worden of men terecht komt in het indexscherm (browsing) of rechtstreeks bij de korte beschrijvingen van de werken in kwestie.

2.3.1. Algemeen

Werk met browsersessie

Zoekhistoriek en bewaarlijst blijven raadpleegbaar tot browser wordt afgesloten.

Omgeving

Linken naar andere databanken zijn mogelijk niet toegankelijk voor alle instellingen die een OPAC gebruiken. Die toegang wordt geregeld door meta-informatie rond omgevingen die als toegangscode in de catalografische beschrijving wordt ingevoerd en waarmee dus ook in de OPAC moet rekening gehouden worden.

Taal

Zoals overal in Brocade, staan de verwoordingen volledig los van de software. Voor zover vertalingen gebeurd zijn, kan de OPAC dus in verschillende talen gebruikt worden. Aangewezen is dit in een generieke URL te specificeren:

Verwoordingen

Hier kunnen alternatieve verwoordingen van de labels in de volledige beschrijving ingegeven worden.

CSS:

  • een aparte stylesheet voor de OPAC De naam van de css-file dient ingevuld en via een upload geïnstalleerd te worden. Een framework voor een css-file, sjabloon.css, is beschikbaar in het project /opac/meta. Daarin staan alle in de OPAC gebruikte class-namen opgesomd en verklaard.

  • de stylesheet van de desktop gebruiken De nodige opac-class-namen moeten dan natuurlijk in de desktop-stylesheet ingebracht worden.

Layouthints

Keuze uit een vastgelegde reeks layouthints voor korte en volledige beschrijvingen.

Hulpschermen

Hulpboodschappen kunnen op 2 manieren getoond worden:

  • inline de boodschap verschijnt bovenaan hetzelfde scherm.

  • in een nieuw venster waarvan de grootte in pixels kan vastgelegd worden.

Displaysystemen

Zowel korte als volledige beschrijving kunnen opgebouwd worden met behulp van een displaysysteem. Dit overrulet layouthints.

Scherm met extra informatie

Vanuit een volledige beschrijving kan doorgeklikt worden naar een scherm met extra informatie over bvb. een auteur. Volgende gegevens kunnen hier vastgelegd worden:

  • de grootte in pixels van dit nieuwe venster

  • indien het onderwerp van de extra informatie een authority code is, dan worden diens relaties getoond waarop dan weer verder kan geklikt worden. Welke relaties wel/niet getoond moeten worden kan bepaald worden aan de hand van authority type en/of authority lidmaatschap waaraan de relaties al of niet moeten voldoen.

Zoekbomen

De meta-informatie van zoekbomen wordt elders (Zie Zoekbomen) beheerd, maar hier wordt opgesomd welke zoekbomen in deze OPAC gebruikt worden. De identificaties van de zoekbomen moeten gescheiden worden door ";".

Links naar de opgegeven zoekbomen worden door de software zichtbaar gemaakt via het functioneel layout-element subjectcataloguelink.

Ook het maximum aantal relaties per scherm van een element van de zoekboom kan hier vastgelegd worden.

Reduceren

De reduceer-knop buttonreduce verschijnt in het scherm met korte beschrijvingen indien dit minstens een hier in te vullen aantal termen bevat.

M-indexen

Klikken op buttonreduce brengt de gebruiker naar het scherm voor geavanceerde input advancedsearch, dat kan aangevuld worden met een aantal zoekfilters. De identificaties van de zoekfilters moeten gescheiden worden door ";".

De presentatie van de filters gebeurt door het functioneel layout-element searchfilter.

Lucene indexen

Klikken op buttonreduce brengt de gebruiker terug naar het invulscherm waar verdere specificaties kunnen ingevuld worden.

Bewaarlijsten

Zoekresultaten kunnen bewaard worden in een bewaarlijst. De inhoud van die lijst wordt altijd in een apart venster getoond, waarvan de grootte in pixels hier kan vastgelegd worden.

De layout van zo'n lijst wordt bepaald door de layouthints. Standaard is dit layouthint savelist. Indien dit om één of andere reden voor een bepaalde OPAC niet voldoet, moet overlegd worden met het ontwikkelteam voor eventuele ontwikkeling van een nieuwe layouthint.

Verzending per e-mail vraagt een aantal extra gegevens:

  • welk e-mail adres moet als verzender gebruikt worden?

  • welk e-mail adres moet eventueel in de Reply-to header ingevuld worden?

  • wat moet in de Subject header ingevuld worden?

  • een eventueel in te voegen begeleidende tekst?

Zoekhistoriek

Het maximum aantal zoekacties dat in de zoekhistoriek mag getoond worden. Indien 0 of blanco, wordt de historiekknop nooit getoond.

2.3.2. c-LOI

Inhoudsveld volledige beschrijving

Hoe een illustratie of een abstract getoond wordt, is een combinatie van parameters in de catalografische beschrijving, en hier in te vullen gegevens.

Illustratie

Wordt inline getoond indien als dusdanig aangegeven in de catalografische beschrijving, en indien een eventueel opgegeven grootte van de illustratie, de hier ingegeven maximale grootte niet overschrijdt.

Abstract

Indien de lokalisatie Tekst is, geldt dezelfde redenering als bij een illustratie.

Illustraties of abstracts die niet aan de inline-voorwaarden voldoen, evenals alle url-lokalisaties, worden in een nieuw venster getoond. De grootte van dit venster in pixels kan hier gedefinieerd worden.

Te tonen onderwerpstypes

Opsomming van de authority types waaraan te tonen onderwerpscodes moeten voldoen (gescheiden door ;). Een * betekent dat alle types mogen getoond worden.

OpenURL COinS

Hier kan aangeduid worden of zgn. Coins in de page source moeten opgenomen worden. Dit laat bvb. reference managers toe gemakkelijk meta-gegevens te verzamelen.

Plaatskenmerken

Adresgegevens instelling

Bij de meta-informatie van instellingen worden de lidmaatschappen van een instelling bepaald. Bij elk lidmaatschap hoort een adrestype. Aan de hand hiervan wordt voor elk lidmaatschap van een instelling een html-file gemaakt met adres- en persoonsgegevens.

Vanuit de volledige beschrijving kan doorgeklikt worden naar adresgegevens van een instelling. Het hier in te vullen lidmaatschap bepaalt welke adres-html-file getoond wordt.

Tweede scherm met leeninfo uitschakelen

Door deze optie aan te checken wordt verhinderd dat men op het plaatskenmerk kan doorklikken naar een tweede scherm met leengegevens.

Secundaire instellingen

Bij de meta-informatie van het werkstation (Zie Omringende meta-informatie) wordt bepaald welke instellingen in welke volgorde als primaire instellingen beschouwd worden. Deze worden met hun plaatskenmerkgegevens op het eerste scherm van de volledige beschrijving getoond.

Alle niet-primaire instellingen zijn secundaire instellingen en deze worden ofwel behandeld als primaire instellingen, ofwel enkel opgesomd op het eerste scherm en volledig getoond op een tweede scherm van de volledige beschrijving.

Warning

Indien de optie Tweede scherm met leeninfo uitschakelen is aangevinkt, kan er niet naar een tweede scherm worden doorgeklikt!

Exemplaarannotatie

Er kan geopteerd worden om deze annotatie nooit te tonen.

Lenersnaam

3 mogelijkheden

  • nooit een lenersnaam tonen

  • enkel de interne identificatie (e-loi) tonen

  • naam en interne identificatie tonen

Verwoording instellingen

Moet de volledige naam van de instellingen getoond worden of enkel de acroniemen.

2.4. Schermen

Schermen worden gedefinieerd in mt:opacscreen. Daarin kan o.a. vastgelegd worden of een scherm als startscherm kan fungeren, wat zich reflecteert in de opac meta-informatie, en of in dit scherm de tabreeks van de opac moet getoond worden.

In de opac meta-informatie zelf moet voor elk scherm en bijhorend hulpscherm, de layout ingevuld worden via een combinatie van standaard html-tags en <layout> meta-tags. Een <layout> tag heeft volgende syntax:

<layout id="*layout-element-id*\ " [grouping="span \| div"] [toggle=*lgcode*]>

waarbij layout-element-id de naam is van Functionele elementen of Vrije elementen.

Elke <layout> tag wordt door de software met een html span tag omgeven, tenzij de facultatieve grouping parameter div specificeert.

Indien het attribuut toggle meegegeven wordt, wordt boven het element de klikbare verwoording van lgcode geplaatst, waarmee het element zichtbaar of onzichtbaar kan gemaakt worden. In de OPAC-code kan dit beïnvloed worden door FDtoggle("elementnaam").

2.5. Schermelementen

Zie mt:opacelems.

2.5.1. Knoppen

Een knop maakt altijd deel uit van een functioneel element (Zie Functionele elementen) in de buttongroup reeks.

In de opac meta-informatie kan een knop vastgelegd worden als:

Standaard

Dit is de standaard button zoals getekend door de browser. In de taalafhankelijke verwoording kan tekst ingevuld worden die in de knop moet verschijnen.

Tekst

De tekst die in de taalafhankelijke verwoording wordt ingevuld, wordt gepresenteerd als een clickable link.

Image

Identificatie

Buttongroup

Omschrijving

buttonsearch

buttongroupgeneral

Start een zoekactie

buttonselect

buttongroupgeneral

Zowel in het scherm met indextermen als bij de korte beschrijvingen, kunnen lijnen geselecteerd worden. Deze knop gaat enkel met de geselecteerde items verder.

buttondeselect

buttongroupgeneral

Selectie ongedaan maken

buttonselectall

buttongroupgeneral

Alle lijnen selecteren (enkel bij korte beschrijvingen)

buttondeleteselect

buttongroupgeneral

Schrap de geselecteerde lijnen uit de bewaarlijst.

buttonsaveall

buttongroupgeneral

Bewaar alle gevonden beschrijvingen in de bewaarlijst. Verschijnt in scherm shortdescription.

buttonsaveselect

buttongroupgeneral

Bewaar de geselecteerde beschrijvingen in de bewaarlijst. Verschijnt in scherm shortdescription.

buttonsaveone

buttongroupgeneral

Bewaar de getoonde beschrijving in de bewaarlijst. Verschijnt in scherm fulldescription.

buttonexecute

buttongroupgeneral

Enkel gebruikt in de bewaarlijst om de geselecteerde actie te starten.

buttonreduce

buttongroupgeneral

Reduceerknop. Verschijnt in het scherm met korte beschrijvingen als het minimum aantal beschrijvingen bereikt is (Zie Reduceren).

buttonhistory

buttongroupgeneralnavigation

Ga naar de zoekhistoriek

buttonback

buttongroupgeneralnavigation

Ga 1 scherm terug. Deze knop loopt gelijk met de Back knop van de browser.

buttonhome

buttongroupgeneralnavigation

Ga terug naar het startscherm.

buttonsavelist

buttongroupgeneralnavigation

Ga naar scherm savelist met het overzicht van de acties op de bewaarlijst .

buttonindex

buttongroupapplicationnavigation

Indien een scherm met korte beschrijvingen of een volledige beschrijving, het resultaat is van een voorafgaandelijke actie in het indexscherm, dan kan met deze knop teruggesprongen worden naar dit indexscherm.

buttonshortdescription

buttongroupapplicationnavigation

Indien een scherm met een volledige beschrijving het resultaat is van een voorafgaandelijke actie in een scherm met korte beschrijvingen , dan kan met deze knop teruggesprongen worden naar die korte beschrijvingen.

buttonfulldescription

buttongroupapplicationnavigation

Wordt enkel getoond op het tweede scherm van een volledige beschrijving teneinde terug te keren naar het eerste scherm. Heeft op die plaats dus dezelfde functionaliteit als de buttonback knop.

buttonjump

buttongroupapplicationnavigation

Wordt enkel getoond bij het overzicht van de delen van een reeks en wordt gebruikt om de lijst te laten starten vanaf een bepaald deel.

buttonbackonestate

buttongroupapplicationnavigation

Wordt gebruikt om deelapplicaties zoals bewaarlijst, zoekhistoriek, te verlaten.

buttonnext

buttongroupapplicationnavigation

Vooruit bladeren in de lijst met indextermen, korte beschrijvingen of volledige beschrijvingen.

buttonprevious

buttongroupapplicationnavigation

Achteruit bladeren in de lijst met indextermen, korte beschrijvingen of volledige beschrijvingen.

buttonsubjecttree

buttongroupapplicationnavigation

Ga terug naar de zoekboom van waaruit het indexscherm of het scherm met korte beschrijvingen werd opgestart.

buttonhelp

buttongrouphelp

De enige knop in buttongrouphelp. Toont de hulpboodschap in hetzelfde of een nieuw venster.

buttonlanguage

buttongrouplanguage

De enige knop in buttongrouplanguage. Laat toe om de taal van de OPAC te veranderen.

buttonextrainfo

Knop in volledige beschrijving voor link naar scherm met extra informatie.

Behoort niet tot een buttongroup omdat hij ook niet door de layout-verantwoordelijke op het scherm kan geplaatst worden. De positie ervan wordt bepaald door de layouthint van de volledige beschrijving.

2.5.2. Headers

Dit zijn titels allerhande waarvan enkel de verwoording in handen is van de layout-verantwoordelijke. Die verwoording kan vanzelfsprekend ook blanco zijn.

Identificatie

Omschrijving

headerotherdb

Titel bij de opsomming van de lijst met andere databanken in het scherm met extra informatie.

headerrelationbroader

Titel bij de opsomming van de lijst met bredere termen in het scherm met extra informatie.

headerrelationnarrower

Titel bij de opsomming van de lijst met meer gedetailleerde termen in het scherm met extra informatie.

headerrelationrelated

Titel bij de opsomming van de lijst met gerelateerde termen in het scherm met extra informatie.

headersearchforms

Titel bij de opsomming van de lijst met mogelijke zoekvormen in het scherm met extra informatie (vb. werken van..., werken over ...)

2.6. Functionele elementen

Zie mt:opacelemf.

2.6.1. Buttongroups

Buttongroups groeperen een reeks logisch bij elkaar horende knoppen. Welke knoppen op welk moment juist van toepassing zijn, wordt door de applicatie bepaald.

Identificatie

Omschrijving

Knoppen

buttongroupgeneral

Algemene bewerkingen

buttonsearch
buttonselect
buttondeselect
buttonselectall

buttongroupgeneralnavigation

Context-onafhankelijke navigatie

buttonhistory
buttonback
buttonhome

buttongroupapplicationnavigation

Context-afhankelijke navigatie

buttonindex
buttonindex
buttonshortdescription
buttonfulldescription
buttonjump
buttonnext
buttonprevious

buttongrouphelp

Help-knoppen

buttonhelp

buttongrouplanguage

Taalknop

buttonlanguage

2.6.2. Schermheaders

Voor elk scherm is een functioneel element voorzien dat als hoofding kan gebruikt worden.

De layout van een header, vast te leggen in de opac meta-informatie, bestaat uit volgende elementen:

Link

Een header kan (gedeeltelijk) clickable gemaakt worden, waarbij dan doorgelinkt wordt naar de hier vermelde url.

Tekst of image

Een header kan gewoon als tekst ingevuld worden maar kan ook een afbeelding zijn.

Taalafhankelijke verwoording
  • Tekst html-code is toegelaten. Indien een link voorzien is wordt deze standaard rond de volledige tekst gezet, maar er kan ook een gedeelte van de tekst voor de link afgelijnd worden door het te omsluiten met <a> en </a>.

  • Image de naam van de image-file dient ingevuld. De html-code wordt automatisch gegenereerd, eventueel met de gevraagde link.

Identificatie

Omschrijving

headerstart

Header scherm start (Zie Schermen)

headeradvancedsearch

Header scherm advancedsearch (Zie Schermen)

headerextrainfo

Header scherm extrainfo (Zie Schermen)

headerindex

Header scherm index (Zie Schermen)

headershortdescription

Header scherm shortdescription (Zie Schermen)

headerfulldescription

Header scherm fulldescription (Zie Schermen)

headerhistory

Header scherm history (Zie Schermen)

headernoinlinecontent

Header scherm noinlinecontent (Zie Schermen)

headersubjecttree

Header scherm subjecttree (Zie Schermen)

headersavelist

Header scherm savelist (Zie Schermen)

headersavelistcontent

Header scherm savelistcontent (Zie Schermen)

2.6.3. Invulvelden

Er zijn 2 gewone invulvelden, searchinput en searchinputloi. Voor beiden kan enkel de lengte aangegeven worden. Verder is er een invulblok advancedsearchinput en advancedsearchinputexplorator, bestaande uit een textarea, een indexkeuze, een operator-keuze (AND/NOT) en voor de laatste, een opsomming van mogelijke indexprefixen.

2.6.4. Titels

Een aantal opschriften of titeltjes bij inputvelden zijn reeds als functioneel element gedefinieerd. Bedenk wel dat men niet verplicht is deze te gebruiken, maar even goed een zelf gedefinieerd, vrij element kan invoegen. De meta-informatie van een titel bestaat uit volgende elementen:

Link

Een titel kan (gedeeltelijk) clickable gemaakt worden, waarbij dan doorgelinkt wordt naar de hier vermelde url.

Tekst of image

Een titel kan gewoon als tekst ingevuld worden maar kan ook een afbeelding zijn.

Taalafhankelijke verwoording
  • Tekst html-code is toegelaten. Indien een link voorzien is wordt deze standaard rond de volledige tekst gezet, maar er kan ook een gedeelte van de tekst voor de link afgelijnd worden door het te omsluiten met <a> en </a>.

  • Image de naam van de image-file dient ingevuld. De html-code wordt automatisch gegenereerd, eventueel met de gevraagde link.

:widths: 15 15 :header-rows: 1

Identificatie

Omschrijving

titleadvancedsearch

Hoofding bij het invulblok voor geavanceerd zoeken.

titleindexchoice

Hoofding bij de indexkeuze.

titlesearch

Hoofding bij het invulveld van de zoekterm.

titlesearchloi

Hoofding bij het invulveld voor het rechtstreeks zoeken van een record.

titlefilter

Hoofding bij de zoekfilters.

2.6.5. Links

Er zijn een aantal links naar andere schermen beschikbaar, zoals geavanceerd zoeken en zoekbomen. Deze kunnen als tekst of als image aangeboden worden. In het laatste geval moet de image-naam in de taalafhankelijke verwoording ingevuld worden. De links zijn ook optioneel. Zo is het sowieso mogelijk een OPAC aan te bieden zonder de mogelijkheden van geavanceerd zoeken, of de geavanceerde zoekblok kan bvb. direct op de startpagina geplaatst worden.

:widths: 15 15 :header-rows: 1

Identificatie

Omschrijving

advancedsearchlink

Link naar scherm advancedsearch (Zie Schermen)

advancedsearchlinkexplorator

Link naar scherm advancedsearchexplorator (Zie Schermen)

subjectcataloguelink

Link naar scherm subjecttree (Zie Schermen)

Er kunnen taalafhankelijke verwoordingen ingegeven worden die gecombineerd worden met de omschrijving van de gedefinieerde zoekbomen, zoals ingegeven in de meta-informatie van de zoekbomen (Zie Zoekbomen). Ook de scheidingstekens tussen de verschillende zoekboomlinks kunnen ingevuld worden.

subjectcataloguesearchlink

Link naar overzicht zoekbomen

2.6.6. Datablock

Het datablock wordt wel vermeld bij de functionele elementen, maar kan niet rechtstreeks aangepast worden. Het moet in elk scherm ingevoegd worden op de plaats waar de schermafhankelijke data moeten geplaatst worden. In het geval van korte en volledige beschrijvingen, is de layout afhankelijk van de layouthint of displaysysteem.

2.6.7. Andere

:widths: 15 15 :header-rows: 1

Identificatie

Omschrijving

indexchoice

De indexkeuze kan voorgesteld worden als een selectbox of als een lijst van radio-buttons. In het laatste geval kunnen ook voorafgaande en volgende codes ingevuld worden, bvb. <tr><td> indien elke index in een cel van een ta bel moet geplaatst worden.

itemsfound

Een string die het aantal gevonden beschrijvingen samenvat. Hij is altijd van de vorm aantal verwoording / van - tot, waarbij aantal,van en tot door de software worden ingevuld, de taalafhankelijke verwoording kan hier worde n vastgelegd.

searchfilter

Groepeert de verschillende gedefinieerde zoekfilters (Zie Reduceren) waarvan elke optie wordt voorgesteld met een checkbox. De scheidingen tussen de opties en eventueel lengte van inputveld kan ingevuld worden.

titlephrase

Verwoording die verschijnt in de vensterhoofding van de browser.

2.7. Vrije elementen

Naast de vastgelegde, OPAC-overschrijdende, functionele elementen, kunnen ook OPAC-specifieke, zogenaamde vrije, elementen gedefinieerd worden. Dit kan gaan van woorden tot volledige paragrafen, met of zonder html-structuren, of afbeeldingen. Ze omvatten volgende parameters:

Identificatie

Een code die bij invoeging van het element in een scherm moet gebruikt worden (layout id=...)

Omschrijving

Louter informatief

Style class

Optionele benaming van de style class die in de stylesheet-file moet gebruikt worden voor vormgeving van dit element.

Link

Een url waarnaar het volledige element of een deel van het element, moet verwijzen. In het eerste geval wordt het html-anchor rond het volledige element geplaatst, in het tweede geval, vanzelfsprekend enkel mogelijk bij tekst, moet dit deel afgelijnd worden met <a> en </a> tags.

Tekst of Image

/

Taalafhankelijke verwoording of naam van de afbeelding

/

2.8. Zoekbomen

Zoekbomen vallen onder de beheersfuncties van de authority controle. Volgende elementen kunnen ingevuld worden:

Een identificatie

Deze wordt gebruikt voor het inbedden van een zoekboom in een OPAC.

Taalafhankelijke verwoordingen

Deze worden in het functionele element subjectcataloguelink (Zie Links) gecombineerd met de aldaar ingevulde omschrijving.

Een startcode

Het eerste scherm van een zoekboom zijn alle meer gedetailleerde codes van de startcode, die aan de restricties voldoen.

Een index

waarin de beschrijvingen moeten gezocht worden die een bepaalde code als onderwerp toegekend gekregen hebben.

Restricties voor opname in de zoekboom
  • wel en/of niet voldoen aan een bepaald authority type?

  • wel en/of niet voldoen aan een bepaald authority lidmaatschap?

  • moet een code, die aan de voorwaarden van de zoekboom voldoet, maar waaraan geen beschrijvingen hangen, al of niet in de zoekboom opgenomen worden?

2.9. Inhoudscodes

Inhoudscodes kunnen niet zomaar aangemaakt worden vermits ook de OPAC software kennis moet hebben van deze codes. Definiëring ervan gebeurt dus altijd in samenspraak met de ontwikkelaars.

De verwoording ervan in de OPAC is geldig voor alle OPAC's, net zoals verwoordingen in Omringende meta-informatie.

2.10. Omringende meta-informatie

Een OPAC maakt niet alleen gebruik van zijn eigen meta-informatie. Ook allerhande gegevens rond beheer van catalografie, leen en acquisitie zijn van belang.

Abstracttypes
  • Taalafhankelijke verwoordingen

Annotatietypes
  • Moet dit type in de OPAC getoond worden?

  • Taalafhankelijke verwoordingen

Auteurtypes
  • Moet dit type in de OPAC getoond worden?

  • Taalafhankelijke verwoordingen

Authority scope notes
  • Taalafhankelijke verwoordingen

Bibliografische nummers
  • Moet dit type in de OPAC getoond worden?

  • Taalafhankelijke verwoordingen

Objectklassen
  • Taalafhankelijke verwoordingen

Plaatskenmerken
  • Taalafhankelijke omschrijving

  • Taalafhankelijke omschrijving van leengegevens

  • Aanduiding van uitleenbaarheid

Relatietypes
  • Taalafhankelijke verwoordingen van de relatie

  • Taalafhankelijke verwoordingen van de sorteercode

  • Verwoording in OPAC

    Samenvatting of opsomming

    Naargelang de aard van de relatie worden de gerelateerde werk(en) best opgesomd (bvb. de overkoepelende reeks(en) van een deelwerk), of samengevat in de vorm eerste werk - laatste werk (bvb. de delen van een reeks).

    Patroon

    Standaard is dit <relatie>. Indien een samenvatting, betekent dit de omschrijving van de samenvatting, anders de titel van het gerelateerde werk. Een tweede mogelijke tag van een patroon is sorteercode, dit is de verwoording van de sorteercode gevolgd door het volgnummer van de relatie. D.m.v. <a> en </a> kan aangeduid worden waar de link naar de relatie in kwestie moet gelegd worden:

    <a><relatie></a>; <sorteercode>
    
    Naar annotatie van type

    Een relatie kan in de OPAC als een annotatie van een bepaald type getoond worden.

Sigillum
  • Moet dit sigillum in de OPAC getoond worden?

  • Taalafhankelijke verwoordingen

Titeltypes
  • Moet dit type in de OPAC getoond worden?

  • Taalafhankelijke verwoordingen

  • Beginnend prefix. In layouthint default worden titels van verschillende types in de volledige beschrijving achter mekaar gezet indien een prefix is ingevuld. Zoniet wordt de titel op een nieuwe lijn geplaatst.

Types van instellingen
  • Taalafhankelijke verwoordingen

Url types
  • Taalafhankelijke verwoordingen

Visuele kenmerken
  • Visuele kenmerken worden in eerste instantie gedefinieerd via 'Beheersfuncties catalografie - Visuele kenmerken' en zijn voornamelijk bedoeld om de korte beschrijvingen in de OPAC of de zoekomgevingen, te markeren. Er kunnen html-codes ingegeven worden waartussen de korte beschrijving moet geplaatst worden of een geassocieerd pictogram. Zo is catpk het visueel kenmerk dat beschrijvingen van de eigen instelling kan markeren in een OPAC.

  • Bij de meta-informatie van een zoekomgeving moet men opgeven welke visuele kenmerken hierin mogen getoond worden. Zo moet dus catpk ingevuld worden bij de zoekomgeving waaraan de OPAC gelinkt is.

  • In het Gebruikersbeheer moet bij elke gebruiker ingevuld worden welke visuele kenmerken hij mag zien. Om verder te gaan met het voorbeeld catpk: vermits de OPAC voor de eindgebruiker opgestart wordt als een service, werkt deze altijd onder gebruiker desktop en moet bij gebruiker desktop dus catpk ingevuld worden bij de Toegelaten visuele types.

  • In de meta-informatie van een loi wordt vastgelegd wanneer een bepaald visueel kenmerk van toepassing is in een zoekomgeving van deze loi, nl. in de Visuele kenmerken generator. Dit is voor elke loi afzonderlijk een stukje software waarin beslissingsregels staan. Bvb. voor cat. beschrijvingen staat daar in dat indien het regelwerk lvd is en het lidmaatschap antilope bevat, het visueel kenmerk catantilope moet getoond worden. Zie vorige puntje: enkel gebruikers die toelating hebben tot catantilope krijgen het dus effectief ook te zien!

  • Specifiek voor visueel kenmerk catpk en de OPAC, wordt in de visuele kenmerken generator van de c-loi (%Visual^bcawvisl) volgende beslissingsregel gehanteerd:

    • het werkstation van de huidige sessie wordt opgehaald

    • in de meta-informatie van dat werkstation wordt gekeken naar Bibiliotheek die visueel kenmerk veroorzaakt

    • alle korte beschrijvingen van die bibliotheek worden uitgedost met het visueel kenmerk catpk

Werkstations
  • Bibliotheken die visueel kenmerk veroorzaken de layout van afzonderlijke korte beschrijvingen kan beïnvloed worden door deze optie . Op alle beschrijvingen die een plaatskenmerk in de ingevulde instelling hebben, wordt het visuele kenmerk catpk toegepast.

  • Voorkeurbibliotheken in volgorde de hier ingevulde instellingen worden eerst getoond in het overzicht van de plaatskenmerken in een volledige beschrijving. Andere instellingen zijn zgn. secundaire instellingen en worden behandeld zoals elders (Zie Plaatskenmerken) in de meta-informatie bepaald.