11. UCT (Unieke Concepten Terminologie)
11.1. Algemeen
Dit hoofdstuk bevat voorlopige instructies voor de aanmaak van UCT-codes.
11.2. Type Gebouw of locatie
Een UCT voor een gebouw/locatie dient als attribuut het type Gebouw of locatie te krijgen. Met locatie wordt bedoeld: een plaatsaanduiding met een specifieke naam, bv. een plein, een markt, een straat
11.2.1. Algemene uitgangspunten
Bij de constructie van UCT’s voor de gebouwen/locaties wordt uitgegaan van twee principes die afwijken van de werkwijze bij de instellingen.
11.2.1.1. Autoriseren van een gebouw/locatie, niet van de naam van een gebouw/locatie
Bij de constructie van een UCT-code wordt uitgegaan van het gebouw/locatie. Een gebouw/locatie kan doorheen de tijd verschillende namen hebben. Ze worden alle verzameld in hetzelfde authority record.
(bij instellingen worden andere authority records aangemaakt, bij fundamenteel verschillende namen voor dezelfde organisatie).
11.2.1.2. Plaatsnaam altijd in extensie
De plaats waar het gebouw/locatie zich bevindt, wordt altijd in een extensie van het type “Plaats” opgenomen – zelfs als de plaatsnaam deel zou uitmaken van de naam van het gebouw.
(bij instellingen wordt de plaats niet opgenomen als hij deel uitmaakt van de naam, zelfs als dat een verbogen vorm zou zijn).
11.2.2. Constructie van de termen
11.2.2.1. Hoofdvormen - verwijzingstermen
Bij een UCT – type gebouw kan maar één hoofdvorm voorkomen.
Als hoofdvorm wordt de meest actuele benaming gekozen. Alle andere namen of naamvarianten worden verwijzingstermen.
Voor de constructie van de hoofdvorm wordt gekozen voor de meest officiële naam (bv. op basis van bronnen over het gebouw). Indien geen enkele naam dergelijke status heeft, wordt als hoofdvorm gekozen voor de meest voorkomende vorm.
Voorbeeld:
Sint-Petrus-en-Pauluskerk
Vrijdagmarkt
Indien het gaat om eerder generieke benamingen van gebouwen zonder een officiële status, wordt gekozen voor deze vorm:
[naam van het gebouw] van [plaatsnaam]
Voorbeeld:
Kasteel van Gaasbeek
Kasteel van Lembeek
Verwijzingstermen voor andere benamingen kunnen toegevoegd worden om de opzoekbaarheid te vergroten.
11.2.2.2. Hoofdvormen – taal
Zo mogelijk (als ze bestaan) worden Nederlandse, Engelse en Franse hoofdvormen aangemaakt, in de overeenkomstige taal. Indien een of enkele taalvormen niet bestaan, dan wordt dezelfde logica en volgorde gevolgd als bij de naamgeving bij authority records voor instellingen (zie Hoofdvormen.
11.2.2.3. Extensie Plaats
In de extensie van type “Plaats” wordt de plaats opgenomen waar het gebouw/locatie zich bevindt.
Voorbeeld:
Sint-Petrus-en-Pauluskerk [Waasten]
Highcliffe Castle [Highcliffe]
IJzerenleen [Mechelen]
De naam van de plaats wordt, als extensie bij de hoofdvorm of verwijzingsterm, opgenomen in de overeenkomstige taal van de gekozen term.
Voorbeeld:
Sint-Petrus-en-Pauluskerk (Waasten) - N
Eglise Saints Pierre et Paul (Warneton) - F
Sint-Petrus-en-Pauluskerk (Warneton) - E
Warning
Het is nog niet heel duidelijk tot op welk niveau we een plaatsnaam accepteren, in de extensie. Tot op het niveau van de deelgemeente? Gehucht?...
Voorbeeld:
Kasteel van Gooreind [Wuustwezel] of Kasteel van Gooreind [Gooreind]?